Shaych ‘Abdoel-’Aziez Ibn Baaz (Rahimahoellaah) werd gevraagd over de uitspraak van Sayyid Qoetb betreffende de uitspraak van Allaah, de Meest Verhevene: “Ar-Rahmaan ‘alal Arsh istawa”. Daarover zei Sayyid Qoetb in zijn boek ‘ath-Thilaal’ (in de Schaduw van de Qor`aan): “Wat betref al-Istawaa over de Troon, dan kunnen we zeggen: Het is een metafoor voor Zijn meesterschap over zijn creatie.”1
Dus antwoordde de Shaych: “Deze uitspraak is totaal doelloos, dat het ‘Zijn meesterschap’ zou betekenen. Hij heeft ‘al-Istiwaa’ niet bevestigd, wat een ontkenning van ‘al-Istiwaa’ betekent. (Terwijl ‘al-Istiwaa’) bekend is, en het betekent: ‘Zijn Verheffing over de Troon’. (Wat hij heeft gezegd) is doelloos en toont aan dat hij behoeftig is aan Tafsier en dat hij dwalend is in dat opzicht.” Toen merkte één van de aanwezigen op, dat sommige mensen altijd adviseren dat dit boek gelezen moet worden, dus hij (Shaych Ibn Baaz) zei: “Hetgeen wat zij zeggen is fout. Nee! Het is fout. Hetgeen wat zij zeggen is fout. We zullen binnenkort hierover schrijven (over de uitspraak van Sayyid Qoetb), als Allaah wil.”
Vervolgens werden er in dezelfde les bepaalde gedeeltes van het boek van Sayyid Qoetb ‘At-Taswier al-Faanie fil-Qor’aan’ aan de Shaych voorgelezen, zoals zijn (Sayyid Qoetb’s) uitspraak over Moesa (aleihie Sallaam) waarover hij zei: “Laten we Moesa nemen- als voorbeeld van een leider met een prikkelbare aard- maar deze prikkelbare opwelling zakt snel weer weg en dan wordt hij weer kalm, zoals (meestal) het geval is met prikkelbare mensen.”
Daarna zegt hij (Sayyid Qoetb) betreffende de uitspraak van Allaah, de Meest Verhevene, “Fa as-ba-he fil madinati cha i fan...”, hij zegt daarover: “Dit is de beschrijving van een bekende geestestoestand: ‘de onrustigheid of vrees van iemand die overal kwaad verwacht’, en het is de kenmerk van prikkelbare mensen.”2
Dus de Shaych antwoordde hierop: “Het spotten met de Profeten betekend op zich al afvalligheid.”
En er werd tegen de Shaych gezegd dat Shaych Rabie’ al-Madchalie een weerlegging over Sayyid Qoetb heeft geschreven, waarop de Shaych zei: “Het is goed om hem te weerleggen.”
Bron: Bron: Cassetteopname van een les van Shaych Ibn Baaz in zijn huis in Riyaad, in het jaar 1413H, cassette verkrijgbaar bij: ‘Minhaajus-Sunnah cassettes in ar-Rayaad’.
-------------------------------------------------------------------------
1 ‘Ath-Thilaal’: 4/2328 & 6/3408 – 12e editie, 1406H, Daarul-‘Ilm.
2 ‘At-Taswier al-Fennie fil-Qor’aan’, Blz. 200, 201, 203. 13e druk.
Dus antwoordde de Shaych: “Deze uitspraak is totaal doelloos, dat het ‘Zijn meesterschap’ zou betekenen. Hij heeft ‘al-Istiwaa’ niet bevestigd, wat een ontkenning van ‘al-Istiwaa’ betekent. (Terwijl ‘al-Istiwaa’) bekend is, en het betekent: ‘Zijn Verheffing over de Troon’. (Wat hij heeft gezegd) is doelloos en toont aan dat hij behoeftig is aan Tafsier en dat hij dwalend is in dat opzicht.” Toen merkte één van de aanwezigen op, dat sommige mensen altijd adviseren dat dit boek gelezen moet worden, dus hij (Shaych Ibn Baaz) zei: “Hetgeen wat zij zeggen is fout. Nee! Het is fout. Hetgeen wat zij zeggen is fout. We zullen binnenkort hierover schrijven (over de uitspraak van Sayyid Qoetb), als Allaah wil.”
Vervolgens werden er in dezelfde les bepaalde gedeeltes van het boek van Sayyid Qoetb ‘At-Taswier al-Faanie fil-Qor’aan’ aan de Shaych voorgelezen, zoals zijn (Sayyid Qoetb’s) uitspraak over Moesa (aleihie Sallaam) waarover hij zei: “Laten we Moesa nemen- als voorbeeld van een leider met een prikkelbare aard- maar deze prikkelbare opwelling zakt snel weer weg en dan wordt hij weer kalm, zoals (meestal) het geval is met prikkelbare mensen.”
Daarna zegt hij (Sayyid Qoetb) betreffende de uitspraak van Allaah, de Meest Verhevene, “Fa as-ba-he fil madinati cha i fan...”, hij zegt daarover: “Dit is de beschrijving van een bekende geestestoestand: ‘de onrustigheid of vrees van iemand die overal kwaad verwacht’, en het is de kenmerk van prikkelbare mensen.”2
Dus de Shaych antwoordde hierop: “Het spotten met de Profeten betekend op zich al afvalligheid.”
En er werd tegen de Shaych gezegd dat Shaych Rabie’ al-Madchalie een weerlegging over Sayyid Qoetb heeft geschreven, waarop de Shaych zei: “Het is goed om hem te weerleggen.”
Bron: Bron: Cassetteopname van een les van Shaych Ibn Baaz in zijn huis in Riyaad, in het jaar 1413H, cassette verkrijgbaar bij: ‘Minhaajus-Sunnah cassettes in ar-Rayaad’.
-------------------------------------------------------------------------
1 ‘Ath-Thilaal’: 4/2328 & 6/3408 – 12e editie, 1406H, Daarul-‘Ilm.
2 ‘At-Taswier al-Fennie fil-Qor’aan’, Blz. 200, 201, 203. 13e druk.
0 reacties:
Een reactie posten