Shaych Abdoel-Mohsin ibn Hamad al-Abbaad heeft gezegd:
“Het boek ‘Zilaalul-Qor’aan’ of ‘Fie Zilaalil al-Qor’aan’ van Sayyid Qoetb, is één van de nieuwe Tafsiers die gebaseerd zijn op mening en niet op overleveringen. En het is bekend dat je bij de mensen van mening (Ra’ie) en diegene die vanuit hun meningen spreken, en vanuit hun eigen stijl spreken, dat je zowel foute als correcte dingen bij hen zult zien. Zij zullen soms correct zijn en soms zullen zij fout zijn.
En als een persoon geen sterk begrip heeft en niet goed gefundeerd is met kennis, dan is het beter voor hem om deze boeken niet te raadplegen. Liever, hij moet de boeken raadplegen van de nobele geleerden, zoals de Tafsier van Ibn Kethier, de Tafsier van Ibn Djarier, en van de latere geleerden zoals de Tafsier van Shaych ‘Abdoer-Rahmaan ibn Sa’die, want dit zijn de uitleggingen van de geleerden.
En wat Sayyid Qoetb betreft; hij was één van de schrijvers, bedoelende dat hij (één van degenen was die) in zijn eigen stijl schreef, en met woorden spreekt die niet gebaseerd zijn op… Daarom, als iemand (een boek) leest, dan (behoort hij) het volgende te vinden: ‘die en die’ zei…, ‘die en die’ zei…, en ‘Allaah’s Boodschapper zei…’ enzovoorts. Bedoelende, diegene die overleveringen verzamelen en waarde hechten aan deze overleveringen. Maar zijn (Sayyid Qoetb’s) boeken zijn gebaseerd op intellect en uitspraken volgens mening, vandaar dat er uitspraken bij hem vandaan komen waarvoor (het bewijs) niet tot stand is gebracht en die niet correct zijn, en daarom moet iemand zich bezig houden met… met hetgeen dat voordeel brengt en wat duidelijk bruikbaar is. (want het leven is niet lang genoeg om alles te lezen...) En dat zijn de uitspraken van de mensen van kennis, de mensen van kennis die geleerden zijn en niet enkel schrijvers; schrijvers zijn anders dan geleerden, een schrijver is anders dan een geleerde. De schrijver is een persoon van letterkunde, iemand die de bekwaamheid heeft om te schrijven en om literatuur te produceren. Dus hij spreekt en produceert woorden, sommigen waarin hij correct is en sommigen waarin hij fout is. Hij kan fouten maken in woorden en een zin maken die niet goed is, en niet gepast is, dit komt door zijn overvloedig spreken en het gebruiken van zijn eigen uitdrukkingen. Vandaar, dat men in de woorden van Sayyid Qoetb dingen vind die niet gepast zijn. In de woorden van Sayyid Qoetb, en in zijn werken betreffende Tafsier en anderen werken, bevinden zich woorden en zaken die niet gepast zijn, en het is daarom ook niet gepast voor een Moslim om ze uit te drukken en hen uit te spreken.
En wat betreft de uitspraak dat niemand Tauwhied zo goed heeft uitgelegd zoals Sayyid Qoetb dat heeft gedaan, dat is totaal niet correct. Tauwhied wordt niet genomen van de uitspraken van Sayyid Qoetb, maar eerder van de uitspraken van nauwkeurige geleerden zoals al-Boechaarie en anderen, degenen die kettingen van overleveringen en ahadieth brachten van Allaah’s Boodschapper (Sal Allaahoe aleihie wa Sallaam), en zij hebben Tauwhied duidelijk uitgelegd en (zij hebben) Tauwhied en de werkelijkheid van Tauwhied verduidelijkt. Daarom is het ook duidelijk dat deze geleerden, degene die kennis hebben van Tauwhied, niet spreken vanuit hun eigen samenstelling (en mening) die samengesteld is in hun eigen stijl en op de manier van literaire werken, eerder baseren zij deze kennis op de Uitspraken van Allaah, en de uitspraken van Zijn Boodschapper (Salawaatullaahi wa Salaamuhu wa Barakaatuhu ‘aleihie), en dit zijn de feiten over degenen (geleerden) die over Tauwhied hebben geschreven en zichzelf (werkelijk) bezig hielden met Tauwhied.”
Bron: Cassetteopname van een les van ‘Soenan an-Nasaa’ie’, in al-Masdjied an-Nabawie op 7/11/1414H.
Bron Engels artikel: www.spubs.com, artikelnummer NDV010002.
0 reacties:
Een reactie posten